De panelen
De instraling
De opbrengst van een zonnepaneel hangt af van de instraling die het zonnepaneel op kan vangen. Die wordt niet alleen bepaald door de intensiteit van het invallend licht, maar ook van de hellingshoek, temperatuur en oriëntatie van een zonnepaneel.
Van belang hierbij zijn de hellingshoek en de oriëntatie. Aangezien de zon en de aarde draaien, verschilt de optimale situering per locatie. In Nederland wordt de maximale opbrengst op jaarbasis gehaald met een paneel dat recht op het zuiden is gericht onder een hoek van 36°.
Licht en temperatuur beïnvloeden de prestaties
Daglicht bestaat uit direct zonlicht en indirect, diffuus licht. Direct zonlicht heeft meer energie dan
indirect licht. Een zonnepaneel geeft dus meer elektriciteit als het optimaal op de zon is gericht.
Hoe meer zonlicht, des te meer spanning vrijkomt in de zonnecellen en dus hoe hoger het rendement van de installatie. ’s Morgens, ’s avonds, bij mist of dikke bewolking zijn de prestaties weliswaar lager, maar ook dan produceren zonne-energie installaties nog steeds elektriciteit.
Het lijkt onlogisch, maar zonnemodules functioneren beter als het kouder is. Hoe lager de temperatuur, hoe hoger de elektriciteitsproductie. Een goede ventilatie van zonnemodules verlaagt de kerntemperatuur en verhoogt daarmee de prestaties.